Coast-to-Coast Australiƫ - blog 0 - Het Plan

australie_totale_route_website.jpg
 

 
DUTCH / ENGLISH:  (CLICK HERE FOR ENGLISH)
 
DUTCH:
 
Leestijd: 8 minuten.

Het is weer de hoogste tijd voor een nieuw, bijzonder fiets-avontuur! Wil je op de mailinglist? Stuur me een bericht via Contact of mail. Dan krijg je een mailtje als er een nieuw blog is.

Hierboven zie je onze voorgenomen route. We willen deze herfst starten in Perth en hopen te eindigen in Sydney. Die 4307 km die je ziet staan, moet je niet al te serieus nemen, in werkelijkheid is het meer dan 5000 kilometer.

 

Onze reis van Perth naar Sydney valt uiteen in vijf gedeelten:

 

Deel 1. Perth - Norseman

 

Goed, we hebben een visum voor 6 maanden toegekend gekregen vanuit Aussie, dus we kunnen op pad. De visum-procedure kostte vrij veel tijd en geld; het maakt dat je dubbelgraag wil vertrekken.

 

Vraag die we regelmatig krijgen: Hoe kom je aan deze route, is dat een bestaande route?

Neen.

In Australië zijn eigenlijk geen 'bestaande routes'. Je zult de route dus zelf moeten maken. Dat vergde onderzoek: waar KUN je überhaupt fietsen in Australië? Het is zo'n groot land met zoveel 'outback' (een mooi woord voor eindeloze woestijn waar je sterft als je niet oplet).

Onze route is een 'samenraapsel' van zelf verzonnen stukken, en routes die mensen al gefietst hebben, plus wat input van Australische fietsers en fietsfanaten. Belangrijke vraag voor mij was: kunnen we het aan? In Australië zijn stukken outback van 650 km gravelroads zonder iets. Ook geen water. Dat is mij teveel. Er zijn grenzen aan wat Aimée en ik leuk vinden. De exacte grens is me nooit helemaal duidelijk geworden... Maar ik heb wel een idee.

Enfin, even terug naar het begin: we landen dus in Perth, waar we met fietsen en al worden opgehaald door de shuttle-bus van ons eerste hotel (zo heeft men mij verzekerd althans).

Mits de fietsen ook zijn aangekomen, gaan we een paar dagen later van start. Of die fietsen aankomen is altijd weer spannend. Het is altijd weer hopen en bidden. (En liefst wat ademhalingsoefeningen en kalmeringsmiddelen onder handbereik houden.)

Heb je zelf invloed op het wel of niet aankomen van de fietsen? vroeg de tandarts me vanochtend bij de laatste check voor vertrek.

Neen broeder, dat heb je niet.

Na Perth zullen we verrassend snel de bush in fietsen (de 'bush' is de vriendelijke variant van de 'outback'), en ook zullen we al snel moeten wildkamperen, omdat de afstanden tussen nederzettingen al ver boven de 100 kilometer zullen zijn. Hoe kom je aan wildkampeerplekken en hotels? Studie maken vooraf. Verslagen lezen. Google-maps. Wegenkaarten.  

Dit stuk van Perth naar Kalgoorlie is een mooie oefening voor het in mijn ogen moeilijkste stuk:

 

2. De Nullarbor-woestijn : Norseman - Ceduna (op de kaart iets vóór Port Augusta)

 

Hier doorkruisen we de Nullarbor-woestijn.

Nullarbor is potjes-Latijn voor "nul bomen" (null - arbor).

Toch staan er schijnbaar bomen op de Nullarbor. Het slaat dus in feite nergens op.

Het is een stuk route van ca. 1600 km. In dit stuk zit een flink deel voorbereiding. Een verslag van een Brits stel op de fiets was heel behulpzaam. Een kennis van ons uit Sydney heeft het ook gefietst. Ook hij is geconsulteerd.

Praktisch gesproken: in Kalgoorlie (de laatste grote plaats) kopen we voor 16 dagen voedsel, wat we aanvullen met eten in roadhouses. Wat koop je dan? Voornamelijk dit:

Ontbijt: havermout - aanlengen met water en melkpoeder en smullen maar - yek! Maar het moet. Lunch: bewaarbare tortilla's en een enorme pot met pindakaas. En jam en kaasjes.

Diner: spaghetti, tomatenpuree, tonijn in zakjes, cup a soup. Verder: mueslirepen. Wat koffie. Gedroogd fruit. Chocola. Thee. Suiker. Pinda's. En dan soms 's avonds vettige maaltijden in een roadhouse (als je niet in de woestijn kampeert).

Roadhouses zijn het enige dat je tegenkomt, stadjes en dorpjes zijn er niet. Roadhouses zijn een soort veredelde benzinestations met een restaurantje erbij (veel hamburgers met friet denk ik), plus als je geluk hebt een kioskje met chips, koeken en repen, en een paar bedden. Soms liggen deze pleisterplaatsen 200 km uit elkaar. Dat is twee lange dagen fietsen. Tenzij het hard waait, dan zijn het er drie. Of één.

Naast voedsel is water een probleem op de Nullarbor (soms moet je dus voor twee dagen meenemen). Nu hebben we dat in de USA ook moeten doen (in Nevada vooral), dus we hebben ervaring. Het komt goed. We hebben mooie waterzakken bij ons.

Een ander probleem is dus wind. Het kan vreselijk stormen op de Nullarbor-plain. Als je de wind meehebt is dat natuurlijk lekker. Als het goed is, is de overheersende windrichting 'west' in september. Maar ik ben inmiddels oud genoeg om te weten dat weer-statistieken het werk van de duivel zijn. Ze zijn bedoeld om je bang te maken of gerust te stellen, net hoe het uitkomt. Maar een voorspellende waarde hebben ze niet.

De temperatuur in september is op de Nullarbor tussen de 15 en 35 graden. Dus kou lijden is er niet bij in elk geval. Eh, pardon: zou er niet bij moeten zijn.

Op de Nullarbor overnachten is een mix van wildkamperen onder de sterren (en tussen de kangoeroes), en roadhouses. En verder is er dus heel, heel veel leegte en eenzaamheid. Ik houd daar wel van. En Aimée ook. Toch zullen we af en toe vloeken, zoveel is zeker, over wind, insecten of hitte. Ook nu thuis al, word ik regelmatig ineens getroffen door de gedachte aan alle moeite die onze tocht, vooral dit stuk, zal gaan kosten. Dan denk ik aan alle afzien dat ons te wachten staat, alle tegenwind, alle gore sanitair, alle om je hoofd zoemende insecten (en in je oren kruipend), het primitieve tent-leventje. Een momentlang voel ik dan soms ineens een grote droefenis over ons besluit, om zo'n tocht te gaan maken. Dat verwart me dan. Ik vond het toch zo geweldig allemaal, die tocht? Dat avontuur?

Echt leven!

Laatst zaten Aimée en ik samen in de auto. We stonden stil voor een stoplicht. Het enige geluid kwam van de stationair draaiende motor.

'Ik denk dat het verschrikkelijk zal worden in Australië,' zei ik ineens zonder verdere inleiding tegen Aimée.

'Inderdaad. Het zal verschrikkelijk worden,' beaamde ze vrijwel onmiddellijk. Ik liet het stuur los en draaide mijn hoofd naar rechts. Aimée bleef voor zich uit kijken.

Ik was lichtelijk verbijsterd. Van Aimée verwachtte ik troost en levensmoed en oppeppende woorden en nu vond zij het ook vreselijk!

'Het zal verschrikkelijk worden,' ging ze verder, 'en toch zal ik het geweldig vinden.'

'Hè?' zei ik.

'Ja echt. Alle afzien hoort erbij. Zonder tegenslagen en wind en afzien is zo'n tocht natuurlijk geen echte tocht. Dan is het een vakantie. Maar geen reis.'

En gek genoeg heeft ze gelijk. Tijdens deze reis gaan we weer een continent oversteken. Net als eerder, toen we de USA overstaken. Van Miami naar San Francisco. Een reis die ons leven voorgoed veranderde. Een fantastisch avontuur. Maar: met alles wat daarbij hoort.

En dat is het 'verneukeratieve': als je eenmaal een keer een lange fietstocht hebt gemaakt, echt lang, dan vind je autovakanties daarna een beetje saai.

Fietsreizen zijn verslavend.

En ik bedoel, wat is er saaier inderdaad, dan uren over een uitgestorven weg in de woestijn zoeven, terwijl je uit het raampje van een auto of trein tuurt? Dat weet ik nog wel van onze autoritten in Amerika. Aan het eind van de dag draai je de auto eindelijk de stoffige parkeerplaats van één of ander motel op, waar je dan een vettige maaltijd eet en in een doorgelegen bed moet slapen. Je ergert je aan de herrie van de airco, aan het stof - tja, aan alles in feite.

Maar als je in plaats daarvan aankomt met de fiets! Dan is datzelfde onderkomen ineens een paradijselijke oase van voedsel, rust en koelte! Eindelijk even geen wind, maar wel een zeer begeerde douche, gevolgd door een warme maaltijd en wat ontspannen menselijk contact. Wat een troost. Je voelt je heerlijk: je hebt 100+ kilometers weggetrapt, je hebt vogels gehoord en gloeiende zonnewarmte op je huid gevoeld. Je hebt genoten van de bloemen (woestijnen staan regelmatig vol prachtige bloemen) en je bent gestopt waar je maar wilde bij vergezichten. Je hebt je de koning van de woestijn gewaand. Eenmaal bij deze pleisterplaats eet je een grote, inderdaad wat vettige steak, met dito frites, waarna je afrondt met een formidabele ijscoupe. Je voelt je heerlijk. Je kijkt naar je vrouw met haar natte douche-haartjes en je bent dol op haar. 

Ahum, tot zover de romantiek. Als deze oversteek van de Nullarbor lukt, volgt een "makkelijk" stuk.

 

3. Ceduna - Port Augusta

 

Hier fiets je vooral langs een toeristische kust, waar het strandgevoel overheerst. Het is oktober, de hete Australische zomer komt eraan. Even bijkomen, rustig fietsend van 'Haamstede' naar 'Renesse' en dan verder naar 'Knokke-Heist'. Dit alles "bij wijze van spreken". In de praktijk zal het ongetwijfeld vet tegenvallen. Romantiek bestaat vaak alleen voorafgaand aan je reis, en terugkijkend op je reis. Zo is het nu eenmaal.

Dit traject is opwarmen voor:

 

4. De Murray River Trail - 1900 km.

 

Deze trail start op de grens van Zuid Australië, Victoria en Nieuw Zuid-Wales. Hij eindigt in de hoofdstad van Australië: Canberra (vlakbij Khancoban op de kaart).

Het is een trail, soms verhard, soms onverhard, die min of meer de Murray River volgt. Deze fietsroute is zo'n 1900 km lang. Het is niet een uitgezette route met bordjes, maar er zijn wel aanwijzingen op internet te vinden, over hoe je deze trail kunt fietsen. We hebben goede fietskaarten en gps-tracks, het moet lukken. 

1900 km, om de gedachten te bepalen, is van Rotterdam naar Bari, in de hak van Italië. Een track vol avontuur, echt wat voor ons. Veel rustige boswegen, kamperen langs de rivier. Wakker worden, en vanuit je tent de rivier in rennen. Heerlijk. Om de 2 á 3 dagen een bezoekje aan de civilisatie, die nooit echt ver weg is. Dan een hotel nemen, douchen en je voedselvoorraad aanvullen. De volgende dag weer slapen onder de sterren op een plekje langs de rivier of ergens in de eindeloze eucalyptusbossen. Het is een trail die avontuur combineert met weinig gevaren, want hotels en overige vormen van beschaving zijn nooit ver weg. Het is vlakbij de Barosso Vallei, de beroemde wijnstreek. Echt een traject voor ons, denken wij. De route eindigt via de bergen (een pas van 2200 meter hoog!) en het ski-gebied (!) van Khancoban en Jindabyne, in de hoofdstad van Australië: Canberra. Misschien leuk om daar even te blijven hangen. 

Als dit ook allemaal lukt, is de rest een kwestie van uitfietsen:

 

5. Canberra - Sydney (425 km)

 

In het traagste schema arriveren we dan twee dagen voor onze terugvlucht in Sydney (reken ik dan uit op basis van onze fietsreis-ervaring). In het snelste schema hebben we nog drie weken over. Als dat laatste het geval is, gaan we waarschijnlijk nog met de auto toeren, en bijvoorbeeld snorkelen bij het Great Barrier Reef, of de Uluru rots van de Aboriginals bezoeken, of drie weken aan het zwembad liggen. Net waar we zin in hebben.

Nou ja goed. We hebben wegenkaarten, we hebben een route, we hebben plannen over hoe voedsel en drinken te regelen. We hebben Australische dollars, onze fietsen hebben een opknapbeurt gehad en onze bank- en werkzaken zijn geregeld. We hebben een Garmin-GPS met de kaart van Australië, we hebben zelfs een satelliet-telefoon, jawel, en een camping-app voor de I-phone. We zijn fysiek aardig getraind. Nu ons waterfilter nog inpakken en dan kunnen we op pad.