Op het randje!

Het vervolg van onze Wadden-fietstrip begon nog leuk. We genoten enorm van Vlieland en zijn ruige wereld zonder auto's, maar mét vogels, stille stranden en geurige dennebossen. We fietsten er onder Hollandse luchten, met hoge, witte stapelwolken. En steeds maar die harde meewind. Dat je denkt: nou, fietsen is eigenlijk best leuk! Met pijn in ons hart verlieten we Vlieland.

Op Terschelling zetten we onze tent neer op het mooiste plaatsje van "Natuurkampeerterrein West-Terschelling".

's Avonds zat ik net een kop thee te drinken, nogal in mijn sas met deze fietsdag en de Wadden in het algemeen, toen er op het zanderige bospad vlak naast onze tent, een politie-jeep stopte. De auto bleef minutenlang staan, met de motor steeds draaiend, wat nogal irriterend was. Ik wilde net opstaan om te vragen of ze misschien de weg kwijt waren, wat me nogal raar leek voor een lokale agent, toen er een man en een vrouw in uniform uitstapten.

'Tenzij u binnen een kwartier weg bent hier, krijgt u een boete voor kamperen in het bos,' zei de politieman zonder te groeten.

Ik was totaal verbouwereerd en kon niets uitbrengen. Was dit Banana Split?

'Kamperen in het bos is verboden,' ging de man op autoritaire toon verder, 'dus het is nu wegwezen, of een hele flinke boete.'

'Ehm, dit is een camping,' bracht ik uit.

Nu viel er een lange stilte.

'U wilt beweren dat dit een camping is?' zei de vrouw uiteindelijk, haar stem vol ongeloof.

'Nou, ik wil het niet zozeer beweren,' zei ik. 'Het ís een camping. Ik heb vanmiddag aan de boswachter van Staatsbosbeheer betaald voor deze nacht.'

De mannelijke agent bleef me ongelovig aankijken, en de vrouw liep de camping op. Iets verderop, tussen de bomen, stonden nog veel meer tentjes.

'Het is geloof ik écht een camping,' zei ze.

Aimée keek me intussen waarschuwend aan. Haar blik zei: Gijs, houd het netjes.

'Tja,' zei de vrouw nu, 'wij zijn van Terschelling, en dit is West-Terschelling, en daarom wisten we dit niet.'

Het klonk als een agent uit New York die zegt: 'Normaal werk ik in de Bronx, maar nu even in Manhattan.'

Het klonk echt enorm idioot.

'Bovendien staat u vrij dicht bij de rand van de camping,' zei de politieman om zich heen kijkend. Hij wilde me kennelijk per se iets verwijten. Ik slaagde erin om me in te houden.

Uiteindelijk trokken ze zich goddank terug in hun nog immer ronkende jeep.

Ik wil maar zeggen: het is een prachtige camping daar hoor, op West-Terschelling, maar zet uw tent alstublieft niet te dicht bij het randje.